Nascholing
Samen leren, goed geregeld.
Huishoudelijk reglement van Dactari Dierenartsencoöperatie U.A.
Artikel 1
1. Conform artikel 4 lid 1 van de statuten kunnen lid zijn van de coöperatie natuurlijke
personen die als dierenarts worden aangemerkt in de zin van artikel 1.1 van de Wet
Dieren en als zodanig zijn ingeschreven in het in voormelde wet bedoelde register en
die als praktiserend dierenarts hetzij als zelfstandige hetzij in loondienst
beroepsmatig diergeneeskundige handelingen zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Wet
Dieren verrichten in het Koninkrijk der Nederlanden.
2. Als het beroepsmatig verrichten van diergeneeskundige handelingen wordt bedoeld
het als economische activiteit verlenen van diensten aan derden in de vorm van het
verrichten van diergeneeskundige handelingen.
3. Bij de in voorgaande lid bedoelde werkzaamheden gaat het om werkzaamheden
waarmee de omzet gegenereerd kan worden. Om als beroepsmatig uitgevoerde
werkzaamheden te kwalificeren mogen deze werkzaamheden bovendien geen
incidenteel karakter hebben.
4. Het bestuur is bevoegd om een lid te vragen bewijs te leveren dat aan de eis van
beroepsmatig uitgevoerde werkzaamheden voldaan wordt. Het lid dient onverwijld
maar uiterlijk binnen zes weken gehoor te geven aan het verzoek van het bestuur. Bij
gerede twijfel over de juistheid van het antwoord kan gevraagd worden om een
accountantsverklaring of werkgeversverklaring. Het niet tijdig reageren wordt gezien
als het niet (meer) kunnen voldoen aan de eis van beroepsmatig uitgevoerde
werkzaamheden.
5. Er is geen sprake van een incidenteel karakter als een dierenarts gemiddeld minimaal
8 uur per week werkzaam is als praktiserend dierenarts of, wanneer dit aantal in een
bepaald jaar niet gehaald wordt, 1840 uur in 5 jaar tijd.
6. Wanneer uitsluitend activiteiten worden uitgevoerd zoals het verzorgen van de
administratie waaronder de financiële administratie, het verzorgen van afspraken en
het realiseren van investeringen binnen een dierenartsenpraktijk, dan wordt dit
gezien als ondersteunend van aard en niet als dienstverlening door een dierenarts
zoals bedoeld in lid 5.
7. Het bestuur is bevoegd om een lid te vragen bewijs te leveren dat aan de ureneis
voldaan is. Het lid dient onverwijld maar uiterlijk binnen zes weken gehoor te geven
aan het verzoek van het bestuur. Bij gerede twijfel over de juistheid van het
antwoord kan gevraagd worden om een accountantsverklaring of
werkgeversverklaring. Het niet tijdig reageren wordt gezien als het niet (meer)
kunnen voldoen aan de ureneis.
8. Een lid dat niet (meer) voldoet aan één of meerdere van de hierboven genoemde
voorwaarden dient het bestuur hiervan in kennis te stellen overeenkomstig het
bepaalde in artikel 6 lid d van de statuten.
9. Wanneer het bestuur hiervan door het betreffende lid niet in kennis is gesteld kan
het bestuur, conform artikel 11 lid 3 van de statuten, het lidmaatschap van het
betreffende lid, al dan niet met onmiddellijke ingang, opzeggen.
Artikel 2
Dit reglement treedt in werking de dag na vaststelling door de Algemene Ledenvergadering.